Met het nieuwe eindexamenprogramma leek aardrijkskunde in het profiel Economie en Maatschappij een stevige positie in te gaan nemen. Op advies van de Raad van State zet de Minister aardrijkskunde nu echter op achterstand. Is de status van keuzevak het begin van het einde?
Iedereen in het aardrijkskundeonderwijs kan trots zijn op het nieuwe examenprogramma voor de Tweede Fase. Aardrijkskunde is niet alleen het enige vak dat een brug slaat tussen alfa- en bètavakken, het laat leerlingen ook kennisnemen van actuele ontwikkelingen van de aarde en de wereld. Met aandacht voor de (dode) natuur én de maatschappij. Maar een goed examenprogramma blijkt geen garantie voor een sterke positie van aardrijkskunde in de eindexamenprofielen. Het vak geschiedenis heeft van de Minister van OC&W een streepje vóór gekregen. Wat zijn de argumenten en wat staat ons nu te doen?
Keuzebeperking
In de wetenschap dat aardrijkskunde in het nieuwe examenprogramma profielkeuzevak is in maar liefst drie profielen, kon de aardrijkskundewereld na een aanvankelijke aarzeling goed leven met het voornemen van minister Van der Hoeven meer keuzevrijheid te creëren binnen het onderwijs. Aardrijkskunde heeft immers sterke kaarten in handen?
Na een debat op 4 februari 2004 stelde de Minister voor dat aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer en een moderne vreemde taal profielkeuzevak zouden zijn in het profiel Economie en Maatschappij (EM). Voor aardrijkskunde betekende het verlies van de status als verplicht vak een zekere achteruitgang ten opzichte van eerdere plannen. Maar uitgaand van het sterke examenprogramma én het vaste voornemen aardrijkskunde aantrekkelijk te maken, overheerste de verwachting dat een groot aantal leerlingen voor aardrijkskunde zou kiezen. De open concurrentie met geschiedenis kon beide vakken alleen maar ten goede komen. Er was immers geen gedwongen winkelnering meer; het kwam er nu op aan kwaliteit te leveren.
Groot was de verbazing toen tijdens de zomervakantie 2005 de Minister, op voorspraak van de Raad van State, in een brief aan de Kamer meedeelde dat geschiedenis alsnog verplicht zou worden gesteld in EM. De Raad van State is van mening dat het scholieren ontbreekt aan historisch besef en dat geschiedenis een belangrijke rol speelt in de burgerschapsvorming. De Raad wijst op het belang van historisch besef voor het leggen van verbanden tussen de verschillende maatschappelijke en culturele vakken, in het bijzonder waar het gaat om de historische achtergrond van de Nederlandse cultuur en samenleving. Hiermee volgt de Raad een trend die in de politiek al eerder te signaleren is: Nederland heeft behoefte aan betere Nederlanders, en de scholen moeten die leveren door meer nadruk op burgerschapsvormende vakken te leggen. In sommige kringen wordt burgerschap puur opgevat als trots op het nationale verleden, wat weer leidt tot de conclusie dat de positie van geschiedenis moet worden versterkt. Dat andere vakken, en zeker aardrijkskunde, óók burgerschapsvormende kwaliteiten hebben, wordt daarbij vergeten.
Verzet
Het KNAG heeft zich niet neergelegd bij het voornemen van de Minister. De positie van aardrijkskunde staat op het spel en er dreigt nu een ongelijkwaardige situatie tussen de vakken te ontstaan. Aardrijkskunde wordt gedwongen kwaliteit te bieden om leerlingen te trekken, geschiedenis krijgt ze automatisch toegewezen. Binnen korte tijd heeft het KNAG een groot aantal maatschappelijke en onderwijsorganisaties weten te mobiliseren in een grootschalige lobby. Er was veelvuldig contact met onderwijswoordvoerders van de politieke partijen in de Tweede Kamer en het KNAG bood de Kamer een petitie aan.
Daarin werd voorgesteld de plannen te handhaven waarbij de leerlingen twee vakken kiezen uit de vijf die worden aangeboden. Dat de argumenten in de petitie hout snijden, bleek in het debat de dag erna. Een aantal partijen informeerde in de Tweede Kamer bij de Minister naar de positie van aardrijkskunde. De Christen- Unie stelde voor leerlingen eerst te laten kiezen tussen aardrijkskunde en geschiedenis. De Minister bleek niet van plan haar voorstel te veranderen, maar zegde toe het definitieve oordeel aan de Kamer over te laten. Hierop dienden de ChristenUnie en Partij van de Arbeid samen een amendement in. Bij de stemming op 14 februari 2006 kreeg het amendement steun van 68 kamerleden (45 procent). Naast ChristenUnie en PvdA bleken ook Groenlinks, LPF en SP vóór. Omdat de noodzakelijke steun van ten minste één van de coalitiepartijen uitbleef, werd het amendement echter verworpen. Alleen de VVD koos openlijk voor geschiedenis. D66 liet zich niet uit over de kwestie en het CDA steunde de eigen minister, hoewel er binnen de partij grote waardering is voor het vak aardrijkskunde.
Enkel verloren?
Deze slag heeft aardrijkskunde verloren. Maar dat is geen reden om nu het einde van het vak aan te kondigen. Aardrijkskunde heeft als keuzevak binnen EM nog volop mogelijkheden grote aantallen leerlingen te trekken. Veel hangt echter af van de manier waarop docenten en scholen met het vak zullen omgaan.
Met het nieuwe eindexamenprogramma wordt aardrijkskunde inhoudelijk beter. Het KNAG zal veel energie steken in het onderwijzen van het nieuwe programma aan de docenten. In het najaar start daartoe een reeks regionale bijeenkomsten. Docenten staan voor de uitdaging de actuele, maatschappelijk relevante inhoud op een aansprekende manier over te brengen op de leerlingen. Met de extra uren die het vak vanaf 2007 krijgt toegewezen (per saldo 320 studielasturen voor havo, en 440 voor vwo) moet dit niet moeilijk zijn.
De scholen krijgen vergaande bevoegdheden de inrichting van de profielen zelf te regelen. Het is zelfs zo dat zij bepaalde keuzevakken verplicht kunnen stellen. De KNAG gaat docenten daarom argumenten aanreiken om de positie van aardrijkskunde op hun school te versterken en mogelijk zelfs te komen tot een status van verplicht keuzevak. Ook op de Onderwijsdag 2006 in Utrecht kunnen docenten handreikingen verwachten om aardrijkskunde in zijn nieuwe status een kánjer te laten worden. Aardrijkskunde heeft de afgelopen tijd brede steun gekregen van maatschappelijke organisaties. Het komt erop aan in de toekomst ook de politiek te overtuigen. Juist aardrijkskunde kan enorm bijdragen aan de vorming van goede wereldburgers. Dat is wat Nederland nodig heeft. ■
Op www.knag.nl staat een uitvoerig verslag van de acties die het KNAG heeft ondernomen om de sterke positie van aardrijkskunde te behouden.
Kader 1: Examenbesprekingen
Ook dit jaar organiseert KNAG samen met docenten regionale examenbesprekingen.
Vermoedelijke data: vwo regionaal op 23 mei en landelijk op 24 mei, vmbo en havo regionaal op 31 mei en landelijk op 1 juni. Wanneer en waar precies leest u uiterlijk begin mei op www.knag.nl. Ook via de Digitale Nieuwsbrief houdt het KNAG u graag op de hoogte van alle nieuws rondom het examen. Nog geen abonnee? Kijk dan op www.knag.nl.
Kader 2: Enquête invoering Tweede Fase 2007
Op www.knag.nl/10.0.html vindt u een korte vragenlijst over de invoering van de Tweede Fase op uw school. De enquête is bedoeld om good practices op te sporen en elkaar met eigen ervaringen zo goed mogelijk te ondersteunen bij vragen over bijvoorbeeld het aantal contacturen en de keuzemogelijkheden (kiest de school voor aardrijkskunde als verplicht keuzevak of voor M&O; wat zijn de argumenten voor de keuze; wat is de betrokkenheid bij het vak NLT of de urenverdeling over de klassen 4, 5, 6). Vul de enquête in – samen staan we sterk.